Home > Akkerzangers

Akkerzangers

Akkerzangers dragen bij aan het ecologische evenwicht doordat ze insecten en andere kleine ongewervelden eten.

Algemeen

In Nederland zijn verschillende akkerzanger-soorten te vinden, zoals de veldleeuwerik en de gele kwikstaart. Deze vogels zijn belangrijke doelsoorten in akkerbouwgebieden en dragen bij aan het ecologische evenwicht door het eten van insecten en andere kleine ongewervelden.

Behoefte van akkerzangers

De behoeften van akkerzangers kunnen worden samengevat in vier belangrijke factoren: Voedsel, Veiligheid, Voortplanting en Verplaatsing. Deze “vier V’s” geven inzicht in wat deze soortgroep nodig heeft om te overleven en succesvol te zijn in het agrarische landschap.

Voedsel

Akkerzangers eten voornamelijk kleine insecten, zoals vliegen, muggen, kevers en larven, maar ze eten ook slakjes en spinnen.  Ze foerageren lopend over de grond in korte, open vegetaties, zoals spuitsporen in graanvelden, aardappelpercelen, graslanden en open grond tussen gewassen. Een gevarieerd landschap met open plekken helpt deze vogels om voldoende voedsel te vinden.

Veiligheid

Akkerzangers hebben binnen het agrarisch gebied veilige nestlocaties nodig om te overleven. De veldleeuwerik nestelt vaak midden in graanpercelen, terwijl de gele kwikstaart vlakbij spuitsporen nestelt. Dit maakt hun nesten kwetsbaar voor landbouwactiviteiten, zoals bemesten, schoffelen, maaien en beregenen. Predatoren zoals vossen en katten vormen ook een bedreiging voor de nesten.

Voortplanting

Het broedseizoen van akkerzangers duurt van april tot juli, waarbij de veldleeuwerik vroeg in het seizoen begint, vaak in wintergraan, terwijl de gele kwikstaart later start, voornamelijk in wintergraan of bloembollen. De veldleeuwerik kan meerdere broedsels per seizoen hebben en is in staat om snel opnieuw te broeden als een nest mislukt. De jongen blijven in de buurt van het nest en worden gevoerd door de ouders. Een habitat met voldoende voedsel en minimale verstoringen is cruciaal voor hun voortplantingssucces.

Verplaatsing

Na het broedseizoen verzamelen veldleeuweriken zich in groepen en kunnen ze lange tijd in agrarische gebieden blijven, voordat ze naar overwinteringsgebieden in Zuid-Europa trekken. Buiten het broedseizoen zijn veldleeuweriken aanwezig uit noordelijke/oostelijke regio’s. Deze vogels kunnen ook gebruikmaken van het agrarisch gebied. Gele kwikstaarten trekken naar de Sahel en komen elk voorjaar weer terug naar Nederland.

Maatregelen

Om akkerzangers te ondersteunen en hun leefomgeving te verbeteren, zijn specifieke maatregelen in akkerbouwgebieden nodig. Deze maatregelen richten zich op het creëren van een geschikt habitat:

 

Gevarieerd bouwplan

Akkerzangers hebben baat bij een gevarieerd bouwplan. Omdat grondbewerking en andere werkzaamheden in verschillende gewassen niet gelijktijdig plaatsvinden zijn er voor akkerzangers steeds plekken beschikbaar om te broeden en te foerageren.


Verminderen insecticiden inzet

Het terugdringen van insecticiden helpt akkerzangers, omdat dit het voedselaanbod van de vogels positief beïnvloedt.


Meerjarige akkerrand

Meerjarige akkerranden zijn waardevolle broed- en foerageerplekken voor akkerzangers.


Vogelakker

Vogelakkers zijn een waardevolle broed- en foerageerplekken voor akkerzangers.


Bloemblok

Bloemblokken zijn een waardevolle broed- en foerageerplekken voor akkerzangers.

 

Aangezien regenwormen slechts enkele meters per jaar migreren, zullen lokale maatregelen het meeste effect hebben op de wormenpopulaties.

Kansentabel akkerzangers

Kansentabel legenda Bekijk hieronder welke maatregelen een positief (groen), neutraal (oranje) of negatief (rood) effect hebben op akkerzangers.

Kansentabel akkerzangers

Activiteiten agenda

06 mei 2025Kennisdag

Kennisochtend Heidevergrassing door pijpenstrootje

15 mei 2025Webinar

Insectvriendelijk maaibeheer

11 jun 2025Veldwerkplaats

Pioniersbegroeiingen op rotsbodem