A15 Dooradering
Algemeen
Natuurtype A15 Dooradering bestaat uit netwerken van droge en natte lijnvormige landschapselementen.
Droge dooradering
Het droge deel van het natuurtype dooradering bestaat uit netwerken van lijnvormige landschapselementen. Deze netwerken bestaan uit een breed scala aan (al of niet hoog opgaande) landschapselementen met uiteenlopende lengte-, breedte- en hoogtedimensies. Het gaat om elzensingels, houtwallen, heggen en hagen, lanen, hoogstamboomgaarden, (hakhout)bosjes, struwelen, kaden en dijken, tuunwallen, bloemrijke (perceel)randen, ruigtezomen, overhoekjes, bermen van wegen en paden en steilrandjes. Kleine geïsoleerde wateren die verspreid in deze gebieden voorkomen (vooral veedrinkpoelen) worden ook gerekend tot de dooradering.
A15.01 Bomenrij en singel
A15.02 Struweel en ruigte
Natte dooradering
Het natte deel van het natuurtype natte dooradering binnen het agrarisch cultuurlandschap bestaat uit een netwerk van natte landschapselementen in de vorm van sloten, beken, kreken, moerasjes, rietlandjes en plasdras gebiedjes, maar afhankelijk van de regio ook in de vorm van poelen en andere kleine wateren. Het aangrenzende grasland is vaak vochtig tot nat, heeft veelal een hoge grondwaterstand en is in streefsituaties begroeid met kruidenrijk en niet te dicht gewas.
Bron: BIJ12 Index Natuur en Landschap