N16.04 Vochtig bos met productie
Algemeen
Het is een grotendeels gesloten bos met een weelderige ondergroei. Dit bostype is de productievariant van delen van het haagbeuken- en essenbos en beek- en rivierbegeleidend bos.
Het komt voor op matig nat tot matig droge, vrij voedselrijke kleiige tot zandige bodems, waaronder overstromingsdelen van beken. Het bostype kan gevonden worden in het rivierengebied op oeverwallen en hoge uiterwaarden, lokaal op lemige zandgronden in het oosten, op kleibodems zoals in de Flevopolders maar ook in de kustgebieden, en lemige/kleiige kalkhellingen in Zuid-Limburg.
Dit bostype levert een belangrijke bijdrage aan de houtvoorziening door de goede groei van diverse gewilde (hardhout) loofboomsoorten. In potentie kan dit bostype de meeste houtige soorten bevatten. De diversiteit is laag tot matig hoog. Vooral soorten van oudere, meer ontwikkelde bosgroeiplaatsen ontbreken vaak nog, terwijl makkelijk koloniserende sporenplanten en vogels al aanwezig zijn. Door snelle groei en sterfte kan binnen afzienbare tijd een gevarieerde bosstructuur ontstaan, met veel dood hout en een weelderige struiklaag en bodemvegetatie.
Populier kan een belangrijke bijdrage leveren aan snelle bosontwikkeling en de productie van aanzienlijke hoeveelheid zaaghout en (dik) dood hout. De ondergroei bij populier wordt echter vaak (nog) gedomineerd door ruigtekruiden zoals grote brandnetel. Ook in door andere boomsoorten gedomineerde bossen treedt regelmatig verruiging op in grotere open plekken. Dit kan de verjonging van gewenste boom- en struiksoorten belemmeren. Kleinschalige kap en aanplant wanneer zaadbronnen van gewenste soorten nog ontbreken kan de (kwalitatieve en kwantitatieve) productie en samenstelling bevorderen. Door deze aanvullende bosverjongingsactiviteiten met primair lokaal gewenste inheemse boom- en struiksoorten wordt versneld een nieuwe gewenste bosgeneratie van voldoende ecologische kwaliteit gerealiseerd.
Afbakening
- Het beheertype Vochtig bos met productie omvat bossen op basenrijke bodems gedomineerd door (meereisende) loofboomsoorten.
- Houtoogst is een doel en vindt periodiek plaats met een hogere intensiteit dan in de Vochtige bossen beheertypen zonder productie, of boomsoorten die oorspronkelijk van buiten Europa zijn ingevoerd zijn dominant over meer dan 20% van het areaal van het betreffende bosgebied, ook als er geen productiedoelstelling is.
Bron: BIJ12 Index Natuur en Landschap
Bedreigingen en kansen
Verdroging nadelig voor natuurfunctie
De natuur in het beheertype Vochtig bos met productie is vaak verdroogd. Dit komt doordat de meeste bossen zijn ontwaterd en ‘op rabatten gezet’ om de houtproductie te optimaliseren, maar ook door ingrepen in de omgeving zoals ruilverkavelingen en beeknormalisaties. Deze verdroging is gunstig voor de houtteelt. Droge omstandigheden bieden meer keuzemogelijkheden qua boomsoorten en zorgen voor een betere boomgroei.
Verdroging zorgt voor een achteruitgang in soortenrijkdom en het verdwijnen van een groot aantal voor vochtige bossen kenmerkende soorten. Verdroging leidt niet alleen tot een afname van de vochtvoorziening, maar vaak ook tot verzuring en vermesting.
Als de aanvoer van basenrijk kwelwater vermindert, kunnen in hogere delen verdroging, verzuring en eutrofiering hand in hand gaan. Door de aanleg van drainagegreppels of rabbatten neemt de invloed van de basen in de wortelzone af. Als basenarm en ijzerarm grondwater in de winter niet tot in de bewortelde bovengrond komt, kan dit leiden tot een versterkte verzuring, een slechtere strooiselafbraak en een lagere stikstofafvoer. Verdroging maakt bossen ook gevoeliger voor stikstofdepositie.
Samenstelling boomsoorten versterkt verzuring
In Vochtig bos met productie domineren boomsoorten die aangeplant zijn voor de houtproductie, zoals spar, lariks, den, eik en beuk. Hierdoor wijkt de samenstelling van de boomsoorten af van de natuurlijke samenstelling, die bestaat uit inheemse loofbomen en struiken als gewone es, gewone esdoorn, berk, hazelaar, zoete kers en haagbeuk en zeldzame soorten als fladderiep, winterlinde, wegedoorn en tweestijlige meidoorn. Van de boomsoorten die nu het bosbeeld bepalen, heeft het blad een sterk verzurende invloed op de bodem.
Reliëf is aangetast door aanleg van rabatten
In het verleden zijn voor de houtproductie rabatten aangelegd om de ontwatering van bossen te regelen. Hierbij is veel van het oorspronkelijke reliëf met allerlei geleidelijke milieugradiënten vervangen door uniform droge en omgewerkte bodems doorsneden met greppels. De rabatten liggen vanwege hun hogere ligging buiten het bereik van basenrijk grondwater. Daardoor verzuren ze. Voor de houtproductie zijn de rabatten nuttig, maar voor de natuur zorgen ze voor een probleem.
Houtproductie geeft ecologische dynamiek
De bossen van natuurtype Vochtig bos met productie zijn onderhevig aan een hydrologische dynamiek die afhankelijk is van standplaats, waterhuishouding en basenverhouding. De houtproductie zorgt voor extra ecologische dynamiek:
- De houtoogst kan op de juiste plekken zorgen dat er lichtinval ontstaat die positief is voor de bosflora- en fauna, bijvoorbeeld bij het oogsten van beuken die veel schaduw werpen en daarmee zorgt voor het verdwijnen van lokale oude bospopulaties.
- Dunning zorgt dat er plaatselijk meer licht tot de bosbodem doordringt, waardoor er zich nieuwe soorten kunnen vestigen die licht en warmte nodig hebben.
- Dunning en houtoogst kunnen leiden tot meer variatie in de bossen, bijvoorbeeld door ecologisch waardevolle bomen te sparen op grond van aanwezigheid van holten of andere kwaliteiten.
- Het vrijzetten van bomen bij dunning stimuleert de diktegroei, waardoor sneller variatie in de grootte van bomen ontstaat.
- Aanplant van nieuwe, jonge bossen, die in de verjongingsfase vestigingsmogelijkheden bieden voor soorten die afhankelijk zijn van licht, warmte en bodemroering, levert nieuwe biodiversiteit en ecologische dynamiek.
Houtproductie genereert extra inkomsten
Bossen van het natuurtype Vochtig bos met productie zijn multifunctionele bossen, waarin natuur gecombineerd wordt met houtproductie en recreatie. Dat betekent dat het beheer is gericht op het optimaliseren van zowel de houtproductie als de biodiversiteit. Houtproductie genereert extra inkomsten en dat zorgt dat het bosbeheer minder gevoelig is voor bezuinigingen. In het bosbeheer zal echter rekening gehouden moeten worden met de gevolgen van de houtproductie voor de natuurfunctie.
De productiviteit van Vochtig bos met productie doet niet onder voor die van productiebossen op droge bodems. Er groeien meestal hogere bomen en er kunnen boomsoorten groeien die kwaliteitshout produceren. Dit komt doordat de betere vochtvoorziening en de betere zuurbuffering bijgroei stimuleert. De kosten voor de oogst van het hout zijn vaak wel hoger. Door de natte terreinomstandigheden zijn speciale machines en oogsttechnieken nodig. Verkeerde uitvoering van houtoogst kan grote schade aan vegetatie, bodem en ontsluiting teweegbrengen.
Herstel en inrichting
Waterhuishouding afstemmen op natuurfunctie én productiefunctie
In Vochtige bos met productie is het verminderen van de verdroging een noodzaak om de natuurwaarden te verbeteren en de biodiversiteit te verhogen. Dit kan echter nadelig zijn voor de houtproductie, omdat die een zekere mate van ontwatering nodig heeft voor een goede groei, stabiele opstanden en rendabele exploitatie. In Vochtig bos met productie zal de waterhuishouding daarom zo goed mogelijk op beide functies afgestemd moeten worden. Dit betekent in veel gevallen dat grondwaterstanden omhoog moeten, maar dat een bepaalde mate van afwatering behouden blijft. Bijvoorbeeld door sloten minder diep te maken, maar niet geheel te dempen.
Houtproductie aanpassen aan hogere waterstanden
In het verleden zijn natte en vochtige groeiplaatsen door ontwatering geschikt gemaakt voor houtproductie, maar de productiefunctie kan ook aangepast worden aan de natte omstandigheden. Bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van boomsoorten die ook bij hogere grondwaterstanden goed kunnen groeien. Vochtige groeiplaatsen zijn ook bij uitstek geschikt voor boomsoorten die hout van hoge kwaliteit leveren, zoals zoete kers, zwarte els, iep en esdoorn. Omdat dit kwaliteitshout meer oplevert, kunnen duurdere oogstmethoden toegepast worden, die bodem en vegetatie minder beschadigen.
Systeemanalyse als uitgangspunt
Herstel van de waterhuishouding in bossen van het beheertype Vochtig bos met productie vereist maatwerk. Daarvoor is inzicht nodig in het hydrologische systeem. Dit bestaat uit de processen van inzijging, stagnatie en lokale en regionale kwel en de invloeden van reliëf, bodem en menselijk handelen. Daarvoor worden de Landschapsecologische Systeemanalsye en de Landschapssleutel Online gebruikt.
Landschapsecologische Systeemanalyse
Voor Natura 2000-gebieden is de Landschapsecologische Systeemanalsye (LESA) ontwikkeld. Zo’n analyse geeft beknopt weer hoe een gebied is ontstaan, hoe het functioneert en welke processen bepalend zijn voor de fauna en flora in het gebied. Dit vormt de basis voor duurzame beheer- en inrichtingsmaatregelen.
Landschapsleutel Online
In de OBN-brochure Vochtig bossen: tussen verdrogen en nat gaan wordt verwezen naar de Landschapsleutel Online voor het maken van een landschapsecologische systeemanalyse. Een goede analyse combineert bureauwerk met veldkenmerken (kwelplekken, ijzerrijk water, indicatorsoorten) en nader onderzoek (grondwaterstanden en bodem- en waterchemie).
Maatregelen om de waterhuishouding te verbeteren
Het verbeteren van de waterhuishouding vereist maatregelen over alle gradiënten, van het vasthouden van regenwater en het bevorderen van inzijging op hogere delen, het tegengaan van afvoer van kwelwater op lagere delen, het verondiepen van beken en grote waterlopen tot de ontwatering van zowel kleine sloten op hogere delen als de grote sloten in lagere delen.
Er is nog niet veel ervaring met maatregelen om de waterhuishouding te herstellen. Beheerders kunnen terughoudend zijn om deze maatregelen uit te voeren, omdat ze daardoor het risico lopen dat relictpopulaties van karakteristieke soorten bedreigd worden. In veel gevallen is herstel van de waterhuishouding uiteindelijk beter voor het behoud en de uitbreiding van relictpopulaties. Ook is de biodiversiteit van het bos als geheel gebaat bij een natter bos.
Verwijderen rabatten is ingrijpend
Voor herstel van soortenrijke bossen, met geleidelijke gradiënten waarover planten en dieren kunnen pendelen, valt er niet aan te ontkomen om (een deel van de) rabatten te verwijderen of te egaliseren. Dit is echter een ingrijpende maatregel, waarmee nog weinig ervaring is. Er kleven zeker risico’s aan, zoals een tijdelijk verhoogde beschikbaarheid van nutriënten als gevolg van de onvermijdelijke roering van de grond.
Er zal per geval bekeken moeten worden welke rabatten kunnen verdwijnen. Rabatten kunnen ook cultuurhistorisch waardevol en soms zelfs beschermd zijn. Rabattering is echter zo grootschalig toegepast, dat de cultuurhistorische waarde niet op elke locatie een argument mag zijn voor instandhouding.
Stimuleer groei van inheemse bomen en struiken
Om bladstrooisel te krijgen dat minder verzuring veroorzaakt, kan in het bosbeheer de groei van boom- en struiksoorten gestimuleerd worden die goed verteerbaar strooisel produceren. Dit kan op twee manieren aangepakt worden:
- Inheemse soorten kunnen bij dunningen vrijgesteld worden, waarbij bijzondere aandacht nodig is voor zeldzame soorten als fladderiep, winterlinde, wegedoorn en tweestijlige meidoorn;
- Populaties van inheemse soorten, zoals gewone es, gewone esdoorn, berk, winterlinde, hazelaar, zoete kers en haagbeuk, kunnen met nieuwe aanplant worden versterkt.
Ruim echter niet gelijk alle eiken, beuken en naaldbomen op ten gunste van goede strooiselsoorten als er geen groot risico is op uitbreiding van deze soorten. Menging van eik en hazelaar levert vaak ook dunne strooisellagen. En oude naaldbossen bezitten vaak een rijke paddenstoelen- en mossenflora.
Hakhoutbeheer stimuleert groei bosplanten
Het staken van hakhoutbeheer is een van de oorzaken van de achteruitgang van bosplanten in stagnatie- en beekdalbossen. Herinvoeren van hakhoutbeheer zorgt voor meer licht op de bosbodem en stimuleert de groei van bosplanten. Hakhoutbeheer is echter arbeidsintensief en heeft niet overal het gewenste effect. Standplaatsen van hakhoutbossen kunnen door verdroging en stikstofdepositie te veel veranderd zijn, waardoor soortenrijke bostypen zich niet ontwikkelen.
Beheercasus
Groote Heide
Op 6 april 2017 werd tijdens de Veldwerkplaats Vochtige bossen een excursie georganiseerd naar de Groote Heide. Dit voormalige heidegebied is in de jaren dertig grotendeels bebost en ontwaterd en is nu een sterk verdroogd dekzandbos.
Vanaf 2006 zijn maatregelen uitgevoerd om de waterhuishouding te verbeteren. Sloten zijn verondiept of gedempt en duikers zijn verhoogd. Grove den komt veel voor, evenals andere boomsoorten die de bodem verzuren. Daarom is naast hydrologisch herstel ook begonnen met aanplant van linde en hazelaar. In een enkele laagte groeit veenmos en zou zich mogelijk zelfs broekbos kunnen ontwikkelen.
Hogere planten van vochtig bos laten wat langer op zich wachten, maar landschappelijk ziet het er al veel afwisselender uit met omgevallen bomen en open plekken. Goede productiebomen zijn hier gekapt voorafgaand aan de vernatting. In de vochtigere delen komt al meer kleine fauna voor dan voor de ingreep en er zijn nog veel meer soorten te verwachten.
Urkhovense Zeggen
Op 6 april 2017 werd tijdens de Veldwerkplaats Vochtige bossen een excursie georganiseerd naar de Urkhovense Zeggen. Dit circa 70 hectare grote natuurgebied ligt langs de Kleine Dommel.
Sinds 2006 zijn hydrologische herstelmaatregelen genomen om de ontwatering tegen te gaan en de hooilanden en het beekdalbos te herstellen. Alles is gedaan wat mogelijk was: sloten en detailontwatering zijn gedempt of verondiept, er zijn stuwen of gronddammen geplaatst en paden zijn opgehoogd. Basenrijk kwelwater stroomt weer door het bos, in plaats van dat het afgevoerd wordt. Er is daardoor heel veel nat bos ontstaan en op de wat hogere delen komen vochtige bossen tot ontwikkeling.
Het reliëf in het herstelde broekbos is de redding van de soorten van vochtig bos. Het vochtige bos ziet er in de zomer droog uit, maar heeft wel een veel vochtiger microklimaat dan droog bos, met bijbehorende paddenstoelen- en mossoorten. Op plaatsen waar bomen omvallen, treedt soms wel verruiging op door invallend licht, maar de variatie in bosstructuur neemt enorm toe. Afgestorven bomen (populieren) geven weer kansen aan andere soorten paddenstoelen en fauna, waardoor het gebied nog steeds rijker wordt. Voor de fauna helpt het daarbij dat deze bomen veelal eerst kwijnen en doodgaan en pas in een later stadium omvallen.