Bemesting
Om gewassen te telen, moeten akkerbouwers de bodemvruchtbaarheid op peil houden, door het bodemleven en de gewassen te voeden. Bemesting kan bestaan uit grondstoffen van organische oorsprong (compost of dierlijke mest) of van minerale oorsprong (kunstmest). Organische mest voedt het bodemleven met organische stof. Bacteriën en schimmels zorgen vervolgens dat de organische stof wordt afgebroken, waardoor gewassen de nutriënten kunnen opnemen. Kunstmest is direct opneembaar voor planten, maar heeft als groot nadeel dat de productie ervan veel energie kost, deze zouten bevat en nutriënten gemakkelijk uitspoelen. Hieronder volgt een aantal maatregelen die binnen natuurinclusieve akkerbouw toegepast kunnen worden.
Bemesting
Hieronder volgen een bemestigsmaatregelen met toelichting over de effecten op soortgroepen.
Precisiebemesting
Compost en bokashi
Vaste mest (en andere organische mestsoorten)
Precisiebemesting
Precisiebemesting is een landbouwpraktijk waarbij meststoffen nauwkeurig worden toegediend op basis van specifieke behoeften van gewassen, bodemcondities en groeiomstandigheden. Met deze techniek wordt de benutting van meststoffen geoptimaliseerd voor het type meststof, hoeveelheid en tijdstip. Vaak wordt er gewerkt met een combinatie van dierlijke mest en kunstmest. Precisiebemesting draagt aanzienlijk bij aan de reductie van stikstofemissie. Dit helpt natuurlijke habitats van plant- en diersoorten te behouden en te verbeteren.
Het effect van precisiebemesting op regenwormen hangt sterk af van de gekozen techniek en type meststof. Het effect op de andere soortgroepen is weinig onderzocht, en is naar verwachting vooral indirect van aard, en daarom als neutraal ingeschat ten opzichte van de huidige gangbare praktijk.
Precisiebemesting vraagt om technologische investeringen, voor sensoren, GPS gestuurde stuursystemen en software. Aan de andere kant zorgt deze aanpak voor efficiënter gebruik van meststoffen. Precisielandbouw is onderdeel van de eco-regeling en heeft een gunstig effect op de KPI stikstofbedrijfsoverschot.
Compost en bokashi
Compost wordt in de akkerbouw veelal ingezet om het organische stofgehalte van de bodem te verhogen, de bodemstructuur te verbeteren en nutriënten aan de bodem te leveren. Compost is het stabiele eindproduct van aerobe afbraak door micro-organismen van voornamelijk plantaardig organisch materiaal. Het bevat tenminste 16% organische stof. Bokashi lijkt op compost, maar is gefermenteerd organisch materiaal. Fermentatie vindt plaats in zuurstofarme omstandigheden (afgedekt) en bij lagere temperaturen, te vergelijken met inkuilen van gras in de melkveehouderij.
Compost en bokashi hebben een positief effect op de volgende soortgroepen:
- Regenwormen hebben baat bij een hoog organische stofgehalte van de bodem, maar niet alle soorten reageren even sterk op het toevoegen van compost of bokashi. Zo reageren strooiselbewoners er niet op;
- Het voedselaanbod van spinnen neemt mogelijk toe door compost en bokashi, doordat schimmels en springstaarten toenemen;
- Akkerzangers profiteren mogelijk indirect ook van een groter voedselaanbod.
Compost en bokashi van goede kwaliteit zijn niet altijd en overal gemakkelijk beschikbaar. Daarom is het ook vrij kostbaar. Een kosten en baten balans uitgevoerd in 2021 berekende een gemiddelde nettoprijs voor compost van 511,- €/ha. Bokashi is vaak nog duurder.
Het toepassen van compost en bokashi zorgt voor een hoge score op de KPI organischestofbalans.
Vaste mest (en andere organische mestsoorten)
Met vaste mest, ruige stalmest of steekbare mest wordt vaste mest met veel strooisel bedoeld, die beschikbaar komt uit bijvoorbeeld potstalsystemen. Vaste mest heeft een hoog organische stofgehalte en draagt bij aan een goede bodemstructuur. Vaak wordt er een combinatie gemaakt van vaste mest, die in het najaar wordt gestrooid, en drijfmest (of kunstmest), die in het voorjaar worden toegediend, zodat gewassen snel kunnen groeien en een voordeel hebben ten opzichte van onkruiden.
Vaste mest heeft positieve effecten op de volgende soortgroepen:
Regenwormen, met name pendelaars en strooiselbewoners, reageren positief op vaste mest;
- Loopkevers en spinnen profiteren van meer voedsel en prooidieren op de bodem;
- Voor akkerzangers, struweel- ruigte- en randbroeders, steltlopers en muizeneters wordt een positief effect verwacht, vanwege een groter voedselaanbod.
De kosten voor vaste mest zijn vrij hoog vanwege de schaarste ervan. Ze zijn ook variabel en worden bepaald door vraag en aanbod in de regio. Voor akkerbouwers kan samenwerking met een veehouder in de buurt uitkomst bieden. Vaste mest heeft invloed op de KPI organischestofbalans en de KPI stikstofbedrijfsoverschot.