Voortzetten drooglegging Kropswolderbuitenpolder

Advies van het OBN Deskundigenteam Laagveen en zeekleilandschap aan het Groninger Landschap over voortzetting van de drooglegging van de Kropswolderbuitenpolder in 2025. Waarom een derde droogleggingsjaar weinig effect zal hebben en welke alternatieven mogelijk zijn voor herstel van rietvegetatie en moerasvogels.
Wel of niet bemesten en bekalken van graslandnatuurtypen

Dit advies geeft handvatten over het wel of niet bemesten en bekalken van graslanden met beheerpakketten voor de natuurtypen Vochtig hooiland N10.02, Kruiden- en faunarijke grasland N12.02, Glanshaverhooiland N12.03 en Vochtig weidevogelgrasland N13.01.
Effectgerichte maatregelen: vergeet de fauna niet!

Dit document geeft een uiteenzetting over de complexiteit van natuurbeheer, met speciale aandacht voor het evenwicht tussen flora en fauna.
Verstuivingsdynamiek Coepelduynen

De Coepelduynen worden gekenmerkt door relatief veel verstuivingen, wat gunstig is voor de Natura 2000 habitattypen witte en grijze duinen. De dynamiek is in de voorgaande jaren echter sterk toegenomen, wat leidt tot overlast voor infrastructuur en achter het duin liggende bedrijfsterreinen, maar vormt mogelijk ook een bedreiging voor de grijze duinen (H2130A) en de natte duinvalleien (H2190B). Daarnaast zorgt de verstuiving uit het gebied richting achterland, en het gebrek aan verstuiving vanuit de zeereep richting het gebied, dat er op termijn zandtekorten kunnen ontstaan, waardoor er langzaam maar zeker een verlaging op kan gaan treden. Staatsbosbeheer heeft Deskundigenteam Duin en Kust gevraagd een advies uit te brengen ten aanzien van de verstuivingsdynamiek in de Coepelduynen.
Klimaateffecten op riviernatuur

Dat klimaatverandering invloed heeft op de afvoer in onze rivieren is al langer duidelijk. Hierbij krijgt vooral het toenemende risico op overstromingen veel aandacht. Met programma’s als Ruimte voor de rivier en de aanleg van klimaatbuffers wordt daarop ingespeeld. Minder belicht zijn de ecologische effecten van klimaatverandering in en langs de rivieren. Dit beknopte beheeradvies geeft een samenvatting van de effecten, en biedt handvatten voor mitigerende maatregelen.
Wormenbestrijding bij grazers in de natuur

In dit beheeradvies wordt uitgelegd wat het effect is van ontwormingsmiddelen op de natuur en hoe je als veehouder en dierenarts het gebruik van deze middelen tot een minimum kan beperken. Minder middelen gebruiken is niet alleen beter voor de natuur, het verkleint ook het risico op resistentieontwikkeling tegen ontwormingsmiddelen en zorgt voor minder stress bij het vee. De dieren hoeven immers minder vaak behandeld te worden.
Effecten van natuurherstel op de broeikasgasbalans van natuurgebieden

Dit rapport vat de huidige kennis over de impact van natuurherstelmaatregelen op broeikasgasemissies samen. Het benadrukt de onzekerheden door beperkte gegevens, vooral voor CH4 en N2O, en beveelt het ontwikkelen van een gestandaardiseerde database aan om beter inzicht te krijgen.
Broedhabitat Kluut Provincie Zuid-Holland

De Provincie Zuid-Holland wil het broedsucces van de kluut verbeteren. Adviezen omvatten het creëren van kleine kolonies, aanleg van kale eilandjes ter bescherming tegen predatoren, stroomrasters, en goed onderhoud van nestlocaties met geschikte foerageergebieden en waterpeilbeheer.
Potentie van kleefaarde voor de ontwikkeling van natuur in Zuid-Limburg

Bodems in residuaire materialen vertonen variaties in loessdek, verkarsting, en agrarisch gebruik, wat leidt tot complexe bodemmozaïeken. Dit beïnvloedt de vegetatie sterk. Gedetailleerde bodem- en vegetatiestudies zijn essentieel voor natuurherstelplannen.
Bestrijding van dijkviltbraam in Zeeland

Dijkviltbraam, een invasieve soort in Nederland, groeit snel en vormt grote struiken. Intensief maaien en begrazing zijn effectief maar vaak onvoldoende. Andere methoden zoals branden of chemische bestrijding zijn lastig. Effectieve controle vereist hoge kosten en extra financiering.
Hoe kan natuurinclusieve landbouw bijdragen aan de ecologische opgave van PAGW in het rivierengebied?

Dit onderzoek behandelt ecologische randvoorwaarden voor natuurinclusieve landbouw in het rivierengebied, met kansen voor extensieve begrazing, natte teelten zoals lisdodde en wilgengrienden. Innovatie en onderzoek zijn nodig voor verdere ontwikkeling, inclusief de integratie van landbouw met recreatie en passende pachtconstructies.
Verdamping van bossen

Vegetatie, en vooral bossen, verdampen water. Hoeveel water gaat daarmee ‘verloren’ voor de ondergrond? In de praktijk leidt het vaak tot ingewikkelde discussies tussen bijvoorbeeld landbouw, natuurbeheer en waterschap, te versimpelde aannames van verschillen tussen loof- en naadbossen. Voor naaldbos en loofbos is een kaart gemaakt van de relatieve verdamping.
Aanpak van stuifzandherstelbeheer: Natuurbeheerplan Oudsbergen

In februari 2023 werd de duinengordel bij de Oudsberg bezocht, waaruit bleek dat de stuifzandzones matig ongunstig waren door te lage dynamiek en onvoldoende plagdiepte. Advies omvat een gefaseerd plan voor verbetering van de natuurkwaliteit door geleidelijk plaggen van stuifzandcellen.
Herstelmaatregelen en stikstofdepositie in het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid

Wösten Juridisch Advies vroeg OBN om advies over herstelmaatregelen en stikstofreductie in Kennemerland-Zuid. Conclusie: maatregelen volstaan niet zonder stikstofreductie, gezien blijvende schade door hoge depositie. Dit geldt voor twee stikstofgevoelige habitats en mogelijk andere Natura 2000-gebieden langs de kust.
Stikstofgevoeligheid en maatregelen op de Utrechtse heuvelrug vergeleken met de Veluwe

Verhoogde stikstofdepositie in droge zandlandschappen vereist zorgvuldige herstelmaatregelen. Kleinschalig plaggen en bekalken helpen, maar kunnen andere nutriëntentekorten veroorzaken. Steenmeel biedt hoop als alternatief voor bufferherstel, maar resultaten zijn nog onzeker en herstel blijft maatwerk.
Locaties voor herstel complete hellinggradiënten in Zuid-Limburg ten behoeve van biodiversiteit

Op verzoek van de provincie Limburg heeft het OBN Deskundigenteam Heuvelland acht kansrijke locaties geïdentificeerd voor het herstel van complete hellinggradiënten in het Natura 2000-landschap Heuvelland, met variërende ecotoopcomplexen en potentieel voor biodiversiteitsherstel.
Kiezen tussen bever- of habitatbescherming

De beverdammen hebben aanzienlijke veranderingen veroorzaakt in de hydrologie van het gebied, wat leidt tot uitdagingen voor het behoud van natuurtypen zoals rietland, laagveenmoeras en elzenbroekbos. Het is moeilijk deze te behouden bij de huidige waterstanden, vooral vanwege de slechte waterkwaliteit en de vernattingseffecten. Om deze ecosystemen te beschermen, is zorgvuldig beheer en verder onderzoek nodig.
Risicoanalyse Bemersbeek

Het OBN deskundigenteam adviseert over herstelmaatregelen voor de Bemersbeek, waaronder suppletie en verlenging van de beek. Belangrijke overwegingen zijn het gebruik van lokaal materiaal, gefaseerde uitvoering, en monitoring om ecologische effecten en risico’s voor de fauna vast te stellen.
Optimalisatie RWZI Winterswijk: inschatting van het ecologisch effect op de Groenlose Slinge

Het onderzoek richt zich op de ecologische verbetering van de Groenlose Slinge door optimalisatie van de RWZI Winterswijk. Verwachte verbeteringen zijn onder andere verminderde ammoniumpieken en hogere zuurstofgehaltes. Verdere maatregelen zijn nodig om de ecologische doelen volledig te bereiken, vooral rondom nutriëntenreductie en waterstroming.
Eiken-Haagbeukenbos in het Heuvelland – Kansrijke herstellocaties middenbosbeheer

De Zuid-Limburgse hellingbossen, rijk aan bijzondere flora en fauna, lijden onder het verlies van het traditionele hakhoutbeheer. Onderzoek richt zich op het herstel van deze bossen via hakhout-/middenbosbeheer, met focus op ecologisch waardevolle percelen in Natura 2000-gebieden.
Verkenning van duurzame beheerstrategieën voor de natte duinvalleien op Terschelling

Watercrassula, een invasieve plant uit Australië, verspreidt zich snel in Nederland sinds 1995, vooral in kwetsbare natuurgebieden. Op Terschelling begon bestrijding in 2016. Staatsbosbeheer evalueerde in 2020 met een workshop, gericht op een integrale aanpak.
Natuurontwikkeling Roeghoorn

In 2008 werd de waterloop van het Oostervoortschediep hersteld om natuur te versterken. Proeven met uitmijnen, verschralen en afgraven toonden aan dat uitmijnen effectief is voor het verlagen van fosfaat in droge zandgronden, maar natuurontwikkeling vergt lange termijn inzet.
Beekbegeleidende Bossen in Gelderland – Advies voor afbakening van Natura 2000-habitattype H91E0_C

Provincie Gelderland werkt aan nieuwe habitatkaarten voor Natura 2000-gebieden met H91E0_C (beekbossen), waarbij het OBN-Deskundigenteam adviseert over afbakeningscriteria, inclusief landschapsecologische en vegetatiekundige aspecten, ter verduidelijking en standaardisering.
Dominantie van krul- en ridderzuring in de Eemlandpolder – De bodemsamenstelling

Krul- en ridderzuring groeien sterk op voedselrijke, natte bodems met slechte doorluchting. Aanpassingen in maaibeheer en verschraling kunnen de groei remmen. Dit vereist minder bemesting, gefaseerd maaien en verbeteren van gras-kruidenmix, met aandacht voor locatie-specifieke omstandigheden.