Herstelmaatregelen in hellingbossen op kalkrijke bodem in Zuid-Limburg

Een experiment in Eyserbos en Wijlrebos (2012-2013) onderzocht alternatieven voor middenbosbeheer. Met drie behandelingen werd de bosstructuur, verjonging en vegetatie onderzocht. Verdonkering en braamstruwelen domineren, en suggesties voor vervolgbeheer richten zich op lichttoename voor herstel van soortenrijke bosflora.

Stimuleren van acrotelmontwikkeling in hoogveenrestanten

Herstel van actieve hoogveenvorming vereist stabiele waterstanden en ontwikkeling van een veenmosrijke acrotelm. Onderzoek (2017-2021) toont dat herintroductie van bultvormige veenmossen mogelijk effectief is, mits hydrologische stabiliteit en microklimaat optimaal zijn, ondanks droogte-uitdagingen.

Monitoring vennenflora 2023

In 2023 werd de effectmonitoring van venherstelmaatregelen herhaald. Positieve veranderingen zoals afname van verzuring en toename van plantensoorten bleven deels behouden. Negatieve trends zijn onder andere vermesting door watervogels en achteruitgang van pioniersoorten op de oevers. Exoten als watercrassula en knikkende schroeforchis werden waargenomen.

Duurzaamheid van basenminnende schraallanden in kwelzones

In schraallanden is verzuring sinds de jaren ’80 een probleem voor vegetatie. Onderzoek tussen 1989 en 2020 toont aan dat de basenverzadiging en pH beïnvloed worden door organische stof en kwelfluxen. Droogte en oxidatie van sulfiden vormen risico’s voor basenminnende vegetatie.

Natuurontwikkeling Roeghoorn

In 2008 werd de waterloop van het Oostervoortschediep hersteld om natuur te versterken. Proeven met uitmijnen, verschralen en afgraven toonden aan dat uitmijnen effectief is voor het verlagen van fosfaat in droge zandgronden, maar natuurontwikkeling vergt lange termijn inzet.

Monitoring van zonnebaarsbeheer – wegvangen en introductie van snoeken

Zonnebaarzen veroorzaken schade in Nederlandse natuur, vooral in stilstaande wateren. Snoekintroductie helpt de populatie stabiliseren, maar herstelt inheemse fauna slechts gedeeltelijk door droogte. De effectiviteit van snoeken als bestrijdingsmiddel is onduidelijk, vooral voor amfibieën. Andere maatregelen zijn soms nodig.

Effecten van het stoppen van maaibeheer op kleine zeggenmoerassen in beekdalen

Het onderzoek bestudeert de effecten van stoppen met maaien in vernatte beekdalvenen op vegetatiestructuur, microtopografie en biodiversiteit. Resultaten tonen aan dat niet maaien de microtopografie verbetert, maar de lichtbeperkingen en soortensamenstelling negatief beïnvloeden, vooral voor kleine zeggen-slaapmos vegetaties.

Fosfaattoevoeging heide

Na zeven jaar zijn de behandelingen nog steeds meetbaar in de bodemchemie. Bekalking heeft de fosfaatbeschikbaarheid beïnvloed en leidt tot verschillende effecten op vegetatie en fauna, met een toename van soortenrijkdom in de gecombineerde P+Ca+ behandeling.

Herstelbaarheid van verdroogde beekdaltrilvenen

Deze studie onderzoekt de herstelmogelijkheden van verdroogde beekdaltrilvenen door vernatting. Vergelijkingen tussen verschillende venentypes tonen aan dat herstelde venen sterk op onverdroogde venen lijken, met belangrijke implicaties voor hydrologie, microbiële gemeenschappen en organische afbraakprocessen.

Langetermijneffecten van bosbekalking en -bemesting: de Harderwijkerproef

In het Nederlandse droog zandlandschap veroorzaakt atmosferische depositie verlies van biodiversiteit. Onderzoek naar bosbekalking en mineralengiften toont dat lichte kalkgift (tot 3 ton/ha) verzuringsschade vermindert zonder het ecosysteem te verstoren, maar hogere doses veroorzaken onwenselijke ecologische veranderingen.

Monitoring effecten duinbegrazing Vallei van het Veen – Vlieland

Sinds 1993 worden op Vlieland vaste proefvlakken gemonitord om de effecten van begrazing door runderen en schapen te onderzoeken. Van de oorspronkelijke 32 proefvlakken zijn er 24 over; meerdere exclosures vereisen herstel. De proefopzet is verzwakt, vooral voor onbegraasde vegetatietypes.

Populatiedynamiek en bescherming van Tapuiten in de Noordduinen in 2015

De Tapuitenpopulatie in de Noordduinen is essentieel voor het behoud van de soort in Nederland. De populatie daalt sinds 2012 door verminderde voortplantingssucces en toenemende predatie. Herstelmaatregelen zoals begrazing en nestbescherming kunnen mogelijk helpen, maar vereisen monitoring.

Effecten van bodementen op versnelde vegetatieontwikkeling

In 2007 en 2011 werden experimenten uitgevoerd op de Verlengde Bemelerberg om de effecten van ontgronden en maaisel op bodem en vegetatie te onderzoeken. In 2015 bleek dat enten met bodem vooral positief was bij kale terreinen, maar geen effect had op mycorrhiza ontwikkeling.