Natuur en stikstof: doen wat moet en kan

Het adviesrapport ‘Doen wat moet én kan’ van de Ecologische Autoriteit concludeert dat het slecht gaat met de stikstofgevoelige natuur in Nederland. De overheid moet en kan nu noodmaatregelen nemen om de eigen natuurdoelen nog te halen. In dit kennisuur worden de analyses uit het rapport besproken.
Stikstofgevoeligheid en maatregelen op de Utrechtse heuvelrug vergeleken met de Veluwe

Verhoogde stikstofdepositie in droge zandlandschappen vereist zorgvuldige herstelmaatregelen. Kleinschalig plaggen en bekalken helpen, maar kunnen andere nutriëntentekorten veroorzaken. Steenmeel biedt hoop als alternatief voor bufferherstel, maar resultaten zijn nog onzeker en herstel blijft maatwerk.
Dominantie van krul- en ridderzuring in de Eemlandpolder – De bodemsamenstelling

Krul- en ridderzuring groeien sterk op voedselrijke, natte bodems met slechte doorluchting. Aanpassingen in maaibeheer en verschraling kunnen de groei remmen. Dit vereist minder bemesting, gefaseerd maaien en verbeteren van gras-kruidenmix, met aandacht voor locatie-specifieke omstandigheden.
Monitoring plagexperiment Westbroekse Zodden ten behoeve van het op gang brengen van verlanding

Het plaggen van oevers bevorderde verlanding doordat verlandende soorten zoals Snavelzegge zich gemakkelijker konden vestigen. Kooien beschermden planten tegen vraat, en sommige soorten zoals Slangenwortel en Kleine lisdodde vestigden zich beter, maar Krabbenscheer presteerde minder door voedingsgebrek.