Home > Habitattypen > H4010 – Vochtige heiden

H4010 – Vochtige heiden

Beheertypen van het H4010 – Vochtige heiden zijn:

N01.03 Rivier- en moeras

N01.04 Zand- en kalklandschap

N06.01 Veenmosrietland en moerasheide

N06.04 Vochtige heide

Algemeen

Vochtige heiden komen voor op voedselarme, zeer natte tot zeer vochtige, matig zure tot zure standplaatsen op de hogere zandgronden en in het heuvelland en het laagveengebied. Kenmerkend is de hoge bedekking van gewone dophei. Vochtige heide komt in ons land zowel op zandgronden voor als in het laagveen. Kwalitatief goede vochtige heiden kunnen goed samen voorkomen met rompgemeenschap met Pijpenstrootje en Veenmos. Deze grazige delen mogen echter niet overheersen en komen alleen in een mozaïekvorm voor.

De begroeiingen van het subtype vochtige heide op zandgronden (H4010A) variëren afhankelijk van de waterhuishouding, de ouderdom en het leemgehalte van de bodem. Landschappelijk gezien komen natte heiden op zandgrond o.a. voor op de oevers van vennen, op beekdalflanken, in laagten met een ondoorlaatbare ondergrond en in tot op het zand afgegraven voormalige hoogveengebieden.

In laagveengebieden vormt het subtype H4010B het eindstadium in de verlanding. Vochtige heide ontwikkelt zich uit eerdere successiestadia (trilveen en veenmosrietland) doordat bij het dikker worden van de kragge geleidelijk een dikkere regenwaterlens ontstaat en de bereikbaarheid van de bovengrond voor basenrijker water onder de kragge afneemt. Ook op vast veen kan verzuring door regenwaterlenzen leiden tot ontwikkeling van Moerasheide, bijvoorbeeld vanuit voorheen bevloeide rietlanden. De vegetatie wordt gedomineerd door ondiep wortelende zuurminnende soorten. De spaarzaam voorkomende basenminnende soorten, zoals Riet en Paddenrus, bevinden zich met hun wortelstelsel in diepere veenlagen die (nog) voldoende basenrijk zijn.

 

Relatief belang binnen Europa

H4010_A Vochtige heiden (hogere zandgronden): zeer groot
Het habitattype komt in Europa voor in een brede strook langs de Atlantische kusten. De natte heiden op de hogere zandgronden van Nederland behoren tot de meest uitgestrekte en best bewaarde voorbeelden.

H4010_B Vochtige heiden (laagveengebied): zeer groot
De vochtige heide op laagveen is in Europa tot nu toe alleen bekend uit moerasgebieden van het laag gelegen deel van Nederland.

Subtypen

H4010_A Vochtige heiden (hogere zandgronden)

Dit type vochtige heiden komt voor op voedselarme, zeer natte tot zeer vochtige, matig zure tot zure standplaatsen op de hogere zandgronden en in het heuvelland. De meest zure en natte heiden tenderen naar hoogveen. Open begroeiingen zijn vaak rijk aan korstmossen. Op leemhoudende standplaatsen bevatten de natte heidebegroeiingen veelal soorten van blauwgraslanden en heischraal grasland (zie habitattypen H6410 en *H6230).
In gedegradeerde vochtige heide gaan grassen zoals pijpenstrootje (Molinia caerulea) domineren of treden struiken zoals gagel (Myrica gale) op de voorgrond.Begroeiingen met gagel (11RG3) worden tot het habitattype gerekend, indien deze met de bovengenoemde plantengemeenschappen kleinschalige mozaïeken vormen, maar niet domineren De subassociatie met Gevlekte orchis is gebonden aan bodems met een wat hogere pH, die wordt gebufferd door basenrijk water, afkomstig uit kalkhoudende leem of door lokale kwel vanuit omliggende hogere zandruggen.

De subassociatie met Korstmos wordt gekenmerkt door de open dwergstruiklaag, waartussen de korstmossen groeien. Vaak ontstaan de open plekken door afstervende en uiteenvallende oude struikheiplanten. De subassociatie met Rode en Blauwe bosbes komt voor bij een relatief vochtig microklimaat, zoals noordhellingen en beschaduwde heiden.

H4010_B Vochtige heiden (laagveengebied), moerasheide

Dit type vochtige heiden komt voor op voedselarme, zeer natte tot zeer vochtige, matig zure tot zure standplaatsen in het laagveengebied. Ook in verdroogde, niet vergraven hoogveengebieden komen dopheibegroeiingen voor. Die worden niet tot dit habitattype gerekend, maar beschouwd als deel van habitattype H7120 (aangetast hoogveen). Op plagplekken in de natte heide ontwikkelen zich doorgaans begroeiingen van het habitattype H7150 (slenken in veengronden).

 

Bron: natura2000.nl

Gerelateerde OBN onderzoeken

Steenmeelgift droge natte heide

- jan 2023

Herkolonisatie bedreigde insecten nat zand

- jan 2021

Praktijkproef heideontwikkeling op voormalige landbouwgrond in het Noordenveld – Dwingelderveld

- jan 2020

Invloed van met nutriënten verrijkt grondwater op kwelafhankelijke ecosystemen

- jan 2020

Gerelateerde overige publicaties

Kansen voor fauna in natuurbeheer

- feb 2024

HANDREIKING voor de omvorming van voormalige landbouwgronden naar schrale natuur

- jul 2023

Droogte ingrijpend voor natuur in hoog Nederland

- mei 2021

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

20 mrt 2025Veldwerkplaats

Bodembiologie

Afgeronde activiteiten

12 dec 2024Webinar

Effecten van stikstof op heide

14 dec 2023Webinar

Omvorming landbouwgrond tot schrale natuur

04 sep 2023Veldwerkplaats

Herstel levensvatbaarheid van het gentiaanblauwtje