Home > Habitattypen > H6230 – Heischrale graslanden

H6230 – Heischrale graslanden

Beheertypen van het H6230 – Heischrale graslanden zijn:

N01.04 Zand- en kalklandschap

N06.04 Vochtige heide

N10.01 Nat schraalgrasland

N11.01 Droog schraalgrasland

Algemeen

Dit habitattype omvat in ons land min of meer gesloten, zogenoemde halfnatuurlijke graslanden op betrekkelijk zure zand- en grindbodems. Goed ontwikkelde heischrale graslanden zijn zeer rijk aan allerlei grassoorten, kruiden en paddenstoelen. Een deel van de soorten komt ook voor in heide-begroeiingen. Op de hogere zandgronden komen heischrale graslanden zowel op vochtige als op relatief droge standplaatsen voor. Het habitattype is in ons land aan te treffen in het heuvelland, de duinen en op de hogere zandgronden van het binnenland.
De oorspronkelijke beschrijving van de habitatrichtlijn beperkte dit type tot ‘berggebieden’, maar in de latere interpretatie van de Europese handleiding is aangegeven dat ook soortenrijke heischrale graslanden in het laagland bij dit type horen.

Heischrale graslanden komen in verschillende variaties voor op uiteenlopende bodemtypen:
Op de hogere zandgronden komen heischrale graslanden zowel op vochtige (de associatie van klokjesgentiaan en borstelgras) als op relatief droge standplaatsen (de associatie van liggend walstro en schapegras) voor.
In de duinen komen heischrale graslanden ook op zowel relatief droge als op vochtige standplaatsen voor. Alleen de duingemeenschappen op vochtige standplaatsen (de associatie van Klokjesgentiaan en Borstelgras) worden tot habitattype H6230 gerekend.
In het heuvelland wordt het habitattype vertegenwoordigd door de associatie van Betonie en Gevinde kortsteel. Ze is daar te vinden langs de bovenranden van kalkhellingen waar bodem is  bedekt met een laag kalkarm materiaal afkomstig van hoger op de helling.

In laag- en hoogveen is dit type zeer zeldzaam. Het is daar te vinden op licht verdroogd veen waar vroegere bemesting en bekalking nog zorgen voor een lichte buffering van de bodem. In hoogveengebieden is het alleen bekend van de bovenveengronden in het Bargerveen, niet afgegraven veengronden die vroeger werden gebruikt als landbouwgrond. In laagveengebieden kan het voorkomen in licht verzuurde en verdroogde (voormalige) blauwgraslanden.

Op vergelijkbare maar iets beter gebufferde standplaatsen komt ook de associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem voor, die echter onderdeel uitmaakt van de heischrale variant van de grijze duinen (H2130C).

 

Relatief belang binnen Europa

Het relatief belang binnen Europa is zeer groot. Heischrale graslanden zijn in Europa wijd verspreid en komen over grote oppervlakten voor in gebergten. In het laagland zijn ze betrekkelijk zeldzaam en beperkt tot kleine oppervlakten.
De heischrale graslanden in ons land hebben alle betrekking op de laaglandvorm van het habitattype. Nederland ligt centraal in het verspreidingsgebied van deze laaglandvorm. In ons land komt naar verhouding een betrekkelijk grote oppervlakte ervan voor.

 

Bron: natura2000.nl

Gerelateerde OBN onderzoeken

Kieviten in Nederlandse graslanden – verdieping op basis van zendergegevens in 2022 en 2023

- jan 2024

Heischrale graslanden

- jan 2023

Kansen voor heischraal grasland in het heuvelland

- jan 2021

Duurzaamheid van basenminnende schraallanden in kwelzones

- jan 2021

Gerelateerde overige publicaties

Maaistrategieën voor insectvriendelijk maaibeheer

- feb 2025

HANDREIKING voor de omvorming van voormalige landbouwgronden naar schrale natuur

- jul 2023

Poster Faunavriendelijk maaibeheer in natuurgebieden

- aug 2022

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

20 mrt 2025Veldwerkplaats

Bodembiologie

16 apr 2025Veldwerkplaats

Insectvriendelijk maaibeheer

Afgeronde activiteiten

27 feb 2025Webinar

Ontwikkeling heischrale graslanden

18 jan 2024Webinar

Selecteren van zaden: hoe voorkomen we floravervalsing?

14 dec 2023Webinar

Omvorming landbouwgrond tot schrale natuur