Home > Habitattypen > H6510 – Glanshaver- en vossenstaarthooilanden

H6510 – Glanshaver- en vossenstaarthooilanden

Beheertypen van het H6510 – Glanshaver- en vossenstaarthooilanden zijn:

N10.02 Vochtig hooiland

N12.01 Bloemdijk

N12.03 Glanshaverhooiland

Algemeen

Het habitattype betreft soortenrijke, bloemrijke hooilanden op tamelijk voedselrijke, doorgaans kleihoudende gronden. Deze hooilanden liggen met name in de uiterwaarden en komgronden van het rivierengebied, in polders met een klei-op-veen-grond of op zavelige oeverwallen in beekdalen en op hellingen en droogdalen in het heuvelland.
De begroeiingen van het habitattype komen ook op de kunstmatig opgebrachte kleihoudende grond van dijken voor. Daar vormen ze linten en liggen ze relatief hoog en droog. De lager gelegen hooilanden van dit habitattype worden af en toe overstroomd. Ook de laaggelegen hooilanden van de vloeiweiden van de Kempen horen bij dit habitattype. Daar zijn relatief schrale hooilanden met een bijzondere soortensamenstelling ontstaan onder invloed van bevloeiing met
Maaswater.

Bermen worden niet tot het habitattypen gerekend, omdat in de Europese handleiding sprake is van ‘meadows’.

 

Relatief belang binnen Europa

Het relatief belang binnen Europa is zeer groot (subtypen A en B).

H6510_A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver). Glanshaverhooilanden (subtype A) komen wijd verspreid in Europa voor, maar in het rivierengebied zijn vlakdekkende vormen zeldzaam en juist in Nederland komen deze nog lokaal voor.

H6510_B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart). Nederland herbergt binnen dit subtype een van de twee grootste populaties van de wilde kievitsbloem in Europa (in het Zwarte Water). Om geografische redenen is het grasland met weidekervel (subtype B) van internationale betekenis: deze begroeiingen vormen een westelijke voorpost van het areaal.

Subtypen

De plantengemeenschappen van dit habitattype in ons land worden gerekend tot twee plantensociologische verbonden. Overeenkomend met deze indeling in verbonden worden binnen dit habitattype twee subtypen onderscheiden:

 

H6510_A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver)

Glanshaverhooiland (verbond Arrhenatherion elatioris). Dit type is aanwezig in hoge delen van de uiterwaarden, op dijken, op oeverwallen langs beken en op hellingen en droogdalen in het heuvelland.

 

H6510_B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart)

Vossenstaartgrasland (Alopecurion pratensis). Dit type is aanwezig in lager gelegen (vaker overstroomde) delen van de uiterwaarden en in polders met een klei-op-veen-dek. Het omvat ook de graslanden met wilde kievitsbloem en graslanden met weidekervel.

 

Bron: natura2000.nl

Gerelateerde OBN onderzoeken

Effecten van ruige stalmest op de botanische kwaliteit van Vochtig hooiland (N10.02)

- sep 2019

Functionaliteit van (erosie)buffers rond Natura-2000 gebieden in het Heuvelland

- jan 2017

Glanshaverhooiland in het heuvelland

Gerelateerde overige publicaties

Klimaateffecten op riviernatuur

- jul 2024

Locaties voor herstel complete hellinggradiënten in Zuid-Limburg ten behoeve van biodiversiteit

- jan 2022

Kansen scheppen voor de kwartelkoning

- jun 2017

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

20 mrt 2025Veldwerkplaats

Bodembiologie

Afgeronde activiteiten

18 jan 2024Webinar

Selecteren van zaden: hoe voorkomen we floravervalsing?