In Nederland staan de basenrijke trilveenvegetaties in laagveenmoerassen onder druk door verzuring en stikstofdepositie. Dit onderzoek richt zich op het gebruik van bevloeiing met basenrijk oppervlaktewater als beheermaatregel om deze kwetsbare habitats te behouden en te herstellen. Het project omvat zowel theoretische analyses als praktische experimenten om de effecten van bevloeiing op de bodem- en waterchemie, en de vegetatiesamenstelling te evalueren.
Door nauwkeurige monitoring en analyse van de chemische veranderingen in de bodem en het water, wordt inzicht verkregen in de optimale omstandigheden voor succesvolle bevloeiing. Deze aanpak heeft als doel om een wetenschappelijke basis te bieden voor natuurbeheerders en beleidsmakers, zodat effectieve strategieën kunnen worden ontwikkeld voor het behoud van basenrijke trilveenvegetaties.
Uit dit onderzoek blijkt dat met bevloeiing met oppervlaktewater het goed mogelijk is om veel calcium en bicarbonaat aan te voeren, zodat binnen afzienbare termijn verzuurde kraggen een hoge basenverzadiging kunnen krijgen en een afname van de basenverzadiging door verzurende depositie, veengroei en maaibeheer kan worden voorkomen. De benodigde duur van bevloeien is vooraf in te schatten met stofbalansberekeningen op basis van lokale data van
waterchemie, bodemchemie en enkele aannames over infiltratiecapaciteit, zuurdepositie, veenaccumulatie en afvoer van basen door maaibeheer. Het is dan wel nodig dat er geschikt oppervlaktewater voorhanden is met een lage Cl-concentratie, een hoge concentratie van Ca en HCO3- en lage concentraties van NO3, NH4, ortho-PO4, P-totaal en Fe-totaal.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25