De kluut is een broedvogel die in een groot deel van Nederland broedt, maar voornamelijk in de Zuidwestelijke Delta en in het Waddengebied. Landelijk neemt het aantal broedvogels sinds 1990 af, maar op korte termijn is er weer een lichte toename zichtbaar. Dat geldt echter niet voor Zuid-Holland. Provincie Zuid-Holland heeft OBN gevraagd om een advies te geven over hoe de kans op predatie verminderd kan worden, en het broedsucces verbeterd kan worden.
De opstellers adviseren om kleinere kolonies van 15 tot 75 broedparen te creëren. Dit verspreidt de risico’s van predatie en mogelijke uitbraken van vogelgriep. Eilandjes kaal maken of aanleggen biedt geschikte broedplekken en bescherming tegen grondpredatoren, dankzij het omringende water. Hoewel vliegende predatoren zoals meeuwen lastig te weren zijn, kan predatie worden verminderd door klutenkolonies te plaatsen op locaties zonder nabije broedende meeuwen.
Stroomrasters kunnen extra bescherming bieden tegen grondpredatoren, maar moeten zorgvuldig worden geplaatst en onderhouden. Het gebruik van fijnmazig gaas helpt ook, mits er voldoende foerageergebied binnen het raster is. Voor jonge kluten is de aanwezigheid van geleidelijke oevers en ondiep water essentieel. Het reguleren van het waterpeil helpt het gebied geschikt te houden voor kluten en andere pionierssoorten. Daarnaast moet de nestlocatie zo kaal mogelijk zijn, met enige vegetatie in de omgeving voor beschutting en voedsel. Vegetatie moet echter niet de toegang tot foerageergebieden blokkeren. Het regelmatig onderhouden van de nestlocaties is noodzakelijk om deze geschikt te houden voor de kluut.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25