Home > Publicaties > Effecten van ruige stalmest op de botanische kwaliteit van Vochtig hooiland (N10.02)

Effecten van ruige stalmest op de botanische kwaliteit van Vochtig hooiland (N10.02)

Status: OBN - Afgerond onderzoek
Looptijd:
maart, 2019
-
september, 2019
Uitvoerder: Bosgroepen, B-WARE

Samenvatting

Ruige stalmest wordt in sommige vochtige hooilanden (SNL-beheertype N10.02) toegepast om de bodemvruchtbaarheid, structuur en zuurgraad te verbeteren, wat gunstig is voor de dichtheid van rode wormen, een belangrijke voedselbron voor weidevogels. Vooral op hooilanden met een weidevogelfunctie wordt dit toegepast. Echter, de effecten van ruige stalmest op de botanische kwaliteit van deze hooilanden zijn onvoldoende onderzocht. Dit komt doordat naast bemesting ook andere factoren zoals bodemstructuur, waterhuishouding en vegetatiebeheer invloed hebben. In de Zomerpolder, Friesland, is een verkenning uitgevoerd waarbij de effecten van ruige stalmest op Dotterbloemhooilanden werden onderzocht. De toepassing van ruige stalmest blijkt in de Zomerpolder voor een overmaat aan stikstof en in mindere mate fosfaat te zorgen, waardoor de kwalificerende plantensoorten van het beheertype Vochtig hooiland (N10.02) beperkt in aantal en verspreiding voorkomen. Stikstof stimuleert immers de groei van grassen ten opzichte van kruiden. Dit gaat dan ten koste van de kwalificerende kruiden van Vochtig hooiland. De kwaliteitsklasse ‘goed’ wordt daarom enkel op basis van kwalificerende plantensoorten niet gehaald. Hiervoor dient de voedselrijkdom, vooral wat betreft stikstof, en de wegzijging van gebufferd grondwater fors af te nemen.

 

Beheeradvies

  • Bemesting kan positief zijn voor weidevogels door de toename van rode wormen, maar moet zorgvuldig worden toegepast, vooral in gebieden met botanische doelstellingen.
  • Vochtige hooilanden zonder weidevogels moeten vooral worden beheerd voor botanische waarde, waarbij de focus ligt op het behouden of versterken van de specifieke plantensoorten zoals de dotterbloem.
  • Het regelmatig monitoren van bodemgesteldheid, waterhuishouding en vegetatieontwikkeling is essentieel om de effecten van bemesting en andere beheersmaatregelen goed te begrijpen.

 

Beleidsadvies

  • Beleidsmakers moeten het belang van zowel botanische als faunagerichte doelen in het beheer van vochtige hooilanden benadrukken. Beleidsmaatregelen moeten rekening houden met de verschillende functies die deze gebieden vervullen.
  • Het ontwikkelen van richtlijnen voor het gebruik van ruige stalmest in combinatie met botanische doelstellingen kan terreinbeheerders helpen bij het nemen van weloverwogen beslissingen.
  • Beleidsmakers zouden moeten overwegen om het gebruik van ruige stalmest te reguleren op basis van de specifieke situatie en doelen van het betreffende terrein, vooral in beschermde natuurgebieden.

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

Helaas, geen gerelateerde activiteiten.

Afgeronde activiteiten

Helaas, geen gerelateerde activiteiten.

Nieuws

Helaas, geen gerelateerd nieuws.