Het doel van dit OBN onderzoek is om handvatten te geven voor instandhouding en herstel van Grijze duinen door het (re)activeren van kleine stuifkuilen. De centrale vraag daarbij is: Hoe kunnen eolische en ecologische effecten – en de variatie daarin – ruimtelijk en temporeel vertaald worden in herstelstrategieën voor Grijze duinen op
landschapsschaal? Op basis van de nieuwe inzichten uit dit onderzoek kunnen daarbij handvatten worden gegeven
op twee niveaus. Het eerste niveau zijn strategieën op landschapsschaal en een langere tijdschaal van 50-100 jaar
die ook rekening houden met spontane eolische processen. Op het tweede niveau geven de onderzoekers praktische tips voor het bevorderen van kleinschalige verstuiving op een korte termijn (<10 j).
Bij kalkhoudend stuifzand zijn 100 tot 200 stuifkuilen per km² nodig, terwijl kalkarme gebieden tot 300 stuifkuilen per km² vereisen. De onderzoekers benadrukken dat in kalkrijke duinen substantiële effecten bereikt kunnen worden, terwijl in diep ontkalkte gebieden de mogelijkheden beperkt zijn. Strategieën kunnen variëren van vegetatiebeheer en spontane eolische activatie tot het verhogen van de instuiving van kalkhoudend zand. Praktische adviezen omvatten het verwijderen van vegetatie, het afplakken van oppervlakten op basis van duinzonering, en het vermijden van permanente depots. Het plannen van activatiemaatregelen moet over decennia worden verspreid om optimale ecologische effecten te behalen.
Lees meer: Effecten op vegetatie en fauna van duingraslanden | levende natuur |maart 2020
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25