In het droge zandlandschap is het kruiden- en faunarijk grasland (N12.02) ecologisch waardevol, maar veel van deze graslanden vertonen een dominantie van grassen zoals gestreepte witbol en gewoon struisgras, wat resulteert in een lage biodiversiteit. Het huidige onderzoek richtte zich op hoe deze graslanden kunnen worden omgevormd tot meer soortenrijke, kruiden- en faunarijke graslanden. De studie onderzocht de effecten van tijdelijk akkerbeheer, zoals tijdelijke roggeteelt en zwarte braak, in combinatie met het inzaaien van nectar- en waardplanten. De resultaten tonen aan dat deze maatregelen, zelfs bij een hoog fosfaatgehalte, kunnen leiden tot een verhoogde vegetatiediversiteit, vooral in graslanden met een lagere biomassa. Op een locatie met lagere biomassa ontwikkelde zich al na een jaar een kruidenrijke vegetatie. Ondanks de positieve resultaten zijn de langetermijneffecten nog niet volledig duidelijk, en ook de impact op insectenfauna moet verder worden onderzocht. Monitoring is noodzakelijk om de duurzaamheid van deze maatregelen en hun effect op de biodiversiteit te bevestigen.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25