In twee hellingbossen in Zuid-Limburg op ondiepe kalkbodem is geëxperimenteerd met omvormingsbeheer naar onregelmatig hooghout, als alternatief voor nietsdoen-beheer (resulterend in groot verlies aan biodiversiteit) en herstel van traditioneel middenbosbeheer (zeer kostbaar; op ondiepe kalkbodem riskant voor bosflora). De proef in Eyserbos en Wijlrebos onderzocht de effectiviteit van beheeringrepen op biodiversiteit en de dominantie van soorten als braam en bosrank. Uit de resultaten bleek dat zowel zware (35% sluitingsgraad) als lichte (55% sluitingsgraad) kapmaatregelen een tijdelijke toename van vaatplanten veroorzaakten, maar de stabiliteit van deze veranderingen blijft onzeker. Bij het verwijderen van braam nam in Eyserbos de dominantie van braam en bosrank na enkele jaren af, terwijl deze in Wijlrebos juist sterk bleef toenemen. Verschillende soortgroepen, zoals dagvlinders en nachtvlinders, reageerden wisselend: vlinders namen kort na kap toe, maar dit effect bleek niet blijvend, vooral niet voor bossoorten. Ook bodemmossen herstelden zich deels, maar de zeldzame soorten vestigden zich alleen tijdelijk. Langdurige monitoring en kleinschalig beheer worden aanbevolen om de diversiteit te behouden. Het onderzoek benadrukt het belang van cyclische kap op landschapsniveau om een gunstig milieu te creëren voor soorten die afhankelijk zijn van open plekken in bossen.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25