De polder Westzaan behoort tot een van de weinige Nederlandse laagveengebieden met een Natura 2000-doelstelling waar nog brakke verlandingsvegetaties aanwezig zijn. De kwaliteit en de omvang van deze verlandingsvegetaties is door verzoeting onder andere als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee, afgenomen. Dit uit zich vooral in het verdwijnen van kritische brakwaterindicatoren uit het habitattype H6430B brakke Ruigten en zomen (harig wilgenroosje). Ook de ‘veenmosbiezenlanden’, een zeldzame brakke vorm van het veenmosrietland (behorend bij het habitattype H7140B Veenmosrietlanden) met een hoge abundantie van ruwe bies, vertonen een achteruitgang.
Een van de maatregelen die bij zou kunnen dragen aan de instandhoudings- en uitbreidingsdoelstelling van habitattypen H6430B brakke Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) en H7140B Veenmosrietlanden zou actieve inlaat van brak water (verbrakking) kunnen zijn.
In dit onderzoek is gekeken naar de effecten daarvan op de twee habitattypen. Het blijkt dat verbrakking inderdaad leidt tot de toename van zouttolerante soorten heemst (habitattype H6430B) en ruwe bies (indicatief voor brakke vormen van H7140B). Op dynamische standplaatsen, langs oevers onder invloed van golfslag, ontstaan er met verbrakking kansen voor uitbreiding van de typische soort echt lepelblad in habitattype H6430B.
Voor behoud en herstel van goed ontwikkelde vormen van het habitattype Ruigten en zomen (H6430B, harig wilgenroosje) zal verbrakking van het oppervlaktewater alleen waarschijnlijk niet genoeg zijn. Daarvoor is ook periodiek oever(maai)beheer nodig en zal de waterdynamiek (bijvoorbeeld golfslag) moeten toenemen.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25