Home > Publicaties > Het effect van omgevingsvariabelen op soorten van het open akkerland en droge dooradering

Het effect van omgevingsvariabelen op soorten van het open akkerland en droge dooradering

Status: OBN - Afgerond onderzoek
Looptijd:
januari, 2016
-
januari, 2019
Uitvoerder: Sovon, A&W, Wageningen University and Research, OBN

Samenvatting

In Nederland is er een sterke afname van doelsoorten in open akkerland en droge dooradering, zoals de scholekster en kievit, die belangrijk zijn voor het agrarisch gebied. Sinds de invoering van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in 2016, wordt geprobeerd om de aantallen van deze soorten te herstellen en te behouden door een breder scala aan soorten en leefgebieden te beschermen. Het ANLb richt zich niet alleen op vogels, maar ook op amfibieën, zoogdieren, vissen, insecten en planten.

Voor het OBN DT Cultuurlandschap was dit reden om een landsdekkend onderzoek uit te voeren waarbij de volgende vragen centraal stonden:
o Waar kan het beste worden beheerd (zodat de doelsoorten er zoveel mogelijk profijt van hebben)?
o Welke inrichting en welk beheer zijn optimaal?
Het onderzoek heeft zich beperkt tot de leefgebiedtypen open akkerland en droge dooradering. Immers, voor open grasland bestaat al een behoorlijk goed beeld over wat waar te doen. Voor soorten die afhankelijk zijn van open akkerland of droge dooradering is dat veel minder duidelijk.

De uitkomsten van de analyses laten zien dat soorten behoorlijk verschillen in de eisen die zij aan hun leefomgeving stellen. Dat geldt ook voor de soorten binnen de onderscheiden groepen. Tevens blijkt voor bijna elke soort te gelden dat niet de aanwezigheid van een aantal omgevingsvariabelen in de directe nabijheid van belang is, maar dat juist de kenmerken in een ruimere omgeving er toe doen. Eigenschappen op landschapsniveau zijn kennelijk belangrijke factoren voor zowel het aantal soorten als de aantallen per soort.

Beheeradvies

  • Richt je beheerinspanningen op gebieden waar doelsoorten nog in redelijke aantallen voorkomen en waar hun habitat van goede kwaliteit is. Gebruik verspreidingskaarten om deze gebieden te identificeren.
  • Leg houtwallen, bosschages en waterpartijen aan om een gevarieerd landschap te bevorderen dat verschillende soorten ondersteunt.
  • Bevorder openheid en grotere oppervlakten akkerland voor soorten zoals de gele kwikstaart. Zorg voor een balans tussen open terrein en begroeide gebieden voor andere soorten, zoals de boompieper.

Beleidsadvies

  • Identificeer en focus op kerngebieden waar de doelsoorten nog in redelijke aantallen voorkomen. Het beleid moet gericht zijn op het versterken van deze gebieden door effectieve beheerpakketten en gerichte inspanningen.
  • Stimuleer de ontwikkeling en instandhouding van een breed scala aan leefgebieden zoals open akkerland, natte en droge graslanden, en waterpartijen. Beleidsmaatregelen moeten het behoud en de creatie van deze diverse habitats bevorderen.
  • Moedig het aanleggen van landschapselementen zoals houtwallen, bosjes en waterpartijen aan. Deze variatie is cruciaal voor het ondersteunen van een breed scala aan flora en fauna.

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

17 apr 2025Webinar

Effecten van stikstof op de duinen

06 mei 2025Kennisdag

Kennisochtend Heidevergrassing door pijpenstrootje

15 mei 2025Webinar

Insectvriendelijk maaibeheer

Afgeronde activiteiten

20 apr 2023Webinar

Meer vogels op natuurakkers

Nieuws

Helaas, geen gerelateerd nieuws.