Heideveentjes in Nederland staan onder druk van verdroging en vermesting. Bossen rondom deze veentjes hebben zowel positieve als negatieve effecten op hun habitat. Bossen kunnen de waterbalans beïnvloeden door vermindering van evapotranspiratie, wat gunstig kan zijn voor de waterstanden in de veentjes. Echter, de invloed van boszones op de hydrologie en stikstofdepositie is variabel en afhankelijk van factoren zoals lokale hydrologie en regionale stikstofniveaus.
Onderzoek wijst uit dat de effecten van boszones op de waterkwaliteit en stikstofbeschikbaarheid complex zijn. Het effect van boszones op de habitatkwaliteit binnen heideveentjes lijkt allereerst sterk af te hangen van de hydrologische situatie van het veen. In het geval van grote intrekgebieden en/of invloeden van het diepe grondwater zouden boszones een grote invloed op de waterstand, aanvoer van stikstof en mogelijk anorganisch koolstof hebben. In gebieden met een beperkte invloed van het grondwater, lijkt de bosrand essentieel voor het tegengaan van stikstofdepositie en verdamping in het veen zelf. Nalevering van nutriënten door de bosrand vindt in dergelijke venen alleen plaats door middel van bladval en pollen. Het beheer van boszones moet zorgvuldig worden afgewogen op basis van lokale omstandigheden en verder onderzoek is noodzakelijk om de juiste strategieën te bepalen voor het behoud van deze kwetsbare ecosystemen.
