De prioritaire Natura 2000 habitat Grijze duinen (H2130) staat zwaar onder druk door de hoge atmosferische N-depositie, met name in de kalkarme variant (H2130B). Het stimuleren van kleinschalige verstuiving is een van de belangrijkste herstelmaatregelen om verzuring en vergrassing tegen te gaan. De natuurlijke verstuivingsactiviteit is in een deel van de kalkarme duinen van het Waddendistrict veel lager dan in de kalkrijke duinen langs de Hollandse vastelandskust, en het is niet goed duidelijk waarom.
Een hypothese is dat het verschil in verstuiving samenhangt met verschil in wortelbiomassa. Een hoge wortelbiomassa kan in pioniervegetaties leiden tot sterke vastlegging van het stuivende zand, en in oudere vegetaties tot belemmering van uitbreiding van de (geactiveerde) stuifkuil. In sommige Natura 2000-gebieden is het stimuleren van verstuiving hierdoor mogelijk geen duurzame maatregel meer voor behoud en uitbreiding van kalkarme Grijze duinen. In dat geval moeten er mogelijk andere doelen worden gesteld, zoals ontwikkeling richting Duinheide met kraaihei (H2140) en struikhei (H2150), die ook tot de prioritaire habitattypen behoren.
Het doel van dit onderzoek is een beter inzicht in de verstuivingsgevoeligheid van kalkrijke en kalkarme Grijze duinen bij hoge N-depositie en de rol van beworteling, P-beschikbaarheid en plantstrategieën hierin. Het onderzoek moet leiden tot een kennisoverzicht en een advies voor beheer en beleid, waarin staat wanneer het stimuleren van verstuiving nog zinvol is voor het behoud van het prioritaire habitattype Grijze duinen, en wanneer wellicht beter gekozen kan worden voor de natuurlijke ontwikkeling richting Duinheide met kraaihei (H2140) en struikhei (H2150).
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25