Kansen voor biodiversiteit bij klimaatmaatregelen in laagveen

Samenvatting

Rapportnr:  2025/OBN-2021-128-LZ

Veen is een bodemsoort die ontstaat door de opeenstapeling van organisch materiaal onder natte omstandigheden. Door turfwinning en langdurige ontwatering is veel van het oorspronkelijke veen verdwenen. Dit proces gaat nog steeds door en daar komen veel broeikasgassen (CO2 en methaan) bij vrij. Om de klimaatdoelstellingen te halen, is het weer vernatten van deze venen een serieuze optie. In dit onderzoek zijn de kansen onderzocht voor natuurontwikkeling en biodiversiteit in vernatte laagveengebieden. Het doel is daarbij om in kaart te brengen hoe veranderende abiotische standplaatsfactoren, en met name de herkomst van het water waarmee wordt vernat, een rol spelen voor de biodiversiteit. In dit onderzoek zijn voormalige landbouwgronden onderzocht, die zijn vernat met natuur- of paludicultuurdoelstelling. Deze locaties zijn vergeleken met locaties die minder sterk zijn vernat en waar de agrarische functie behouden is gebleven.

Conclusies

Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat de vorm van vernatting (sterke of zwakke kwel, oppervlaktewater) van grote invloed is op het uiteindelijke resultaat. Dat geldt ook voor de historie van een perceel. Om als beheerder een goede afweging te kunnen maken voor de beste vernattingstrategie en een inschatting te maken van de mogelijke effecten hebben de onderzoekers een beslisboom opgenomen in de rapportage.