Home > Publicaties > Monitoring plagexperiment Westbroekse Zodden ten behoeve van het op gang brengen van verlanding

Monitoring plagexperiment Westbroekse Zodden ten behoeve van het op gang brengen van verlanding

Status: OBN - Afgerond onderzoek
Looptijd:
mei, 2016
-
januari, 2017
Uitvoerder: B-Ware

Samenvatting

In dit onderzoek is het effect van plaggen en antivraat-kooien op de verlanding van oevers en op de biodiversiteit in wateromgevingen onderzocht. Het verwijderen van de toplaag van de oever door plaggen zorgde voor een betere vestiging van verlandende soorten zoals snavelzegge, die in geplagde gebieden al drijvende matten begon te vormen. Andere soorten, waaronder moerasvaren, slangenwortel en kleine lisdodde, gedijden ook beter op de geplagde oevers, omdat de zachte oeverovergang het gemakkelijker maakte voor de planten om zich naar het water uit te breiden. Krabbenscheer groeide minder goed op geplagde locaties, waarschijnlijk door een gebrek aan voedingsstoffen en een ondiepe waterlaag. De studie biedt inzicht in hoe beheerders door middel van specifieke ingrepen de diversiteit en verlanding in kwetsbare natuurgebieden kunnen stimuleren.

 

Beheeradvies

  • Plag oevers waar mogelijk om een flauwe oeverhelling te creëren, die de vestiging en verspreiding van verlandende plantensoorten bevordert.
  • Richt geplagde zones in met soorten zoals snavelzegge, moerasvaren, slangenwortel en kleine lisdodde, die goed reageren op de open, lichttoegankelijke omgeving van geplagde oevers.
  • Gebruik kooien om jonge helofyten en waterplanten te beschermen tegen vraat door vogels en vissen.
  • Het inzetten van krabbenscheer lijkt geen succesvolle maatregel om de verlanding op gang te brengen.

Gerelateerde activiteiten

Komende activiteiten

Helaas, geen gerelateerde activiteiten.

Afgeronde activiteiten

Helaas, geen gerelateerde activiteiten.

Nieuws

Helaas, geen gerelateerd nieuws.