In de duinen behoren veel gebieden tot de stikstofgevoelige Natura 2000-habitats. In de huidige herstelpraktijk ligt de nadruk op het verwijderen van stikstof door ingrijpen in de bodem (plaggen), en het vergroten van de eolische dynamiek om de bodem te verjongen (aanleg stuifkuilen, overstuiving vanuit de zeereep). Zulke maatregelen dragen vooral bij aan herstel van pionierbegroeiingen en jonge stadia van duingrasland en daarnaast ook aan kwaliteitsverbetering van oude, verzuurde duingraslanden door lichte overpoedering met kalkhoudend zand. Tot nu toe is in het duinbeheer echter weinig aandacht geweest voor de oudere stadia van successie in de open duinen, en de kennis hierover is beperkt. Tegelijkertijd komt een groot deel van de soortenrijke duingraslanden en duinheiden juist voor op oude bodems. Een belangrijke vraag is daarom hoe het behoud en ontwikkeling van deze oudere stadia kan worden gewaarborgd.
Dit onderzoek zal door middel van tijdreeksanalyses meer inzicht geven in wat het lot is geweest van oudere stadia als gevolg van vergrassing en verstruweling, maar ook als gevolg van verjonging door beheeringrepen. Het eindresultaat bestaat uit een handreiking hoe oudere successiestadia kunnen worden gelokaliseerd, hoe de toestand kan worden beoordeeld en welk beheer gunstig dan wel nadelig is voor behoud, ontwikkeling en herstel hiervan.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25