Kwelders in de Waddenzee zijn traditioneel gebruikt als weidegrond. Wanneer beweiding stopt, ontstaat vaak een soortenarme vegetatie, gedomineerd door Zeekweek. Om de biodiversiteit te behouden, wordt beweiding in natuurbeheer geadviseerd. Echter, welke vorm van beweiding het beste is, was lange tijd onduidelijk. Daarom is acht jaar onderzoek gedaan in Noord-Friesland Buitendijks naar de effecten van verschillende beweidingsregimes op biodiversiteit, waaronder vegetatie, ongewervelden, muizen en vogels. Het onderzoek vergeleek de effecten van verschillende soorten vee in hoge en lage dichtheden en onderzocht wisselbeweiding.
De belangrijkste conclusie is dat er geen enkele optimale beheervorm is die alle soorten ten goede komt. Een mozaïek van intensieve beweiding, extensieve beweiding en niet-beweiden is het meest gunstig voor de biodiversiteit. Dit rapport vertaalt deze conclusie naar praktische handleidingen voor natuurbeheer. Het rapport benadrukt dat wisselbeweiding, waarbij periodes van intensieve en extensieve beweiding worden afgewisseld, makkelijker te implementeren is en betere langetermijneffecten heeft op de biodiversiteit dan constante extensieve beweiding. Het voorstel omvat drie regimes: intensieve beweiding, variabele beweiding en niets doen, afhankelijk van specifieke beheerdoelen.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25