Het Limburgse Heuvelland kampt met ernstige habitatversnippering die de biodiversiteit bedreigt, vooral voor drie Europese habitattypen: kalkgraslanden, heischrale graslanden en pionierbegroeiingen op rotsbodem. Dit rapport onderzoekt hoe de connectiviteit tussen deze versnipperde natuurgebieden kan worden verbeterd. Het biedt inzicht in de specifieke knelpunten voor dispersie van plant- en diersoorten, zoals dagvlinders, sprinkhanen en mieren, die afhankelijk zijn van droge lijnvormige elementen in het landschap. Het rapport benadrukt de noodzaak van beter begrip van soortspecifieke behoeften en omgevingsfactoren om effectieve maatregelen te ontwikkelen.
De opstellers van het rapport stellen tien maatregelen voor om de habitatkwaliteit en connectiviteit te verbeteren, waaronder habitatuitbreiding, corridorcreatie en versterking van dispersievectoren zoals zaadverspreiding door schaapskuddes. Het rapport identificeert vier prioritaire landschappen voor gerichte acties en stelt voor om soortgerichte maatregelen en verbeteringen buiten Natura 2000-gebieden op te nemen. Het versterken van de connectiviteit kan bijdragen aan een prettige leefomgeving, toerisme en ecosysteemdiensten zoals erosiebestrijding en bestuiving.
De laatste onderzoeken, bijeenkomsten en actuele thema’s
Coördinatie van OBN Natuurkennis door VBNE. Financiering door Ministerie van LVVN, Bij12 en de Europese Unie.
Heb je een vraag? Onze deskundigen
geven je graag advies op maat.
Neem contact op met
Geert van Duinhoven
g.vanduinhoven@vbne.nl
06 225 301 25