Dit werkprotocol biedt praktische richtlijnen voor terreinbeheerders die konijnen willen uitzetten voor populatieherstel in duingebieden. Het protocol behandelt onder andere de geschiktheid van de locatie, de voorbereiding van het leefgebied, de keuze van de juiste konijnen, vangmethoden, het vervoer en de nazorg na het uitzetten.
De nadruk ligt op het minimaliseren van stress en het bevorderen van de overlevingskansen van de konijnen. Het protocol beschrijft ook de noodzakelijke vergunningen en monitoring om de effectiviteit van de herintroductie te beoordelen.