Spinnen
Spinnen zijn belangrijke predatoren in het ecosysteem die bijdragen aan de bestrijding van plaaginsecten. Ze zijn daarom van groot belang voor de akkerbouw.
Algemeen
Spinnen zijn belangrijke predatoren in het ecosysteem en spelen een belangrijke rol in het reguleren van ongewervelde populaties. In Nederland komen er ongeveer 600 spinnensoorten voor, die elk een unieke rol vervullen. De actieve jagers, zoals wolfspinnen (familie Lycosidae), dragen bij aan de bestrijding van plaaginsecten en zijn daardoor van groot belang voor de akkerbouw.
Behoefte van spinnen
De behoeften van spinnen kunnen worden samengevat in vier belangrijke factoren: Voedsel, Veiligheid, Voortplanting en Verplaatsing. Deze “vier V’s” geven inzicht in wat deze soortgroep nodig heeft om te overleven en succesvol te zijn in het agrarische landschap.
Voedsel
Spinnen zijn generalistische roofdieren die zich voeden met een breed scala aan prooien, zoals insecten en andere ongewervelden. Ze vangen hun voedsel vaak met behulp van webben of door actief te jagen. Actieve jagers zoals de tuinwolfspin (Pardosa amentata) zijn bijzonder effectief in het beheersen van plaaginsecten op akkers.
Veiligheid
Spinnen hebben schuilplaatsen nodig die bescherming bieden tegen weersinvloeden en predatoren. Dit zijn vaak plekken met vegetatie waar ze kunnen overwinteren en hun webben kunnen bouwen.
Voortplanting
Spinnen planten zich voort door een eicocon te leggen. De nimfen die uit deze eieren komen, worden in de beginfase vaak door de moeder verzorgd. Overwintering als nimf komt voor bij de meeste spinnen.
Verplaatsing
Spinnen verplaatsen zich voornamelijk lopend vanuit de vegetatie naar de akkers. Ze kunnen ook gebruikmaken van de wind om grote afstanden af te leggen door middel van ‘ballooning’, waarbij ze zich met spinseldraden laten meevoeren. Dit stelt hen in staat om nieuwe gebieden te koloniseren.
Maatregelen
Om spinnen te ondersteunen en hun leefomgeving te verbeteren, zijn specifieke maatregelen in akkerbouwgebieden nodig. Deze maatregelen richten zich op het creëren van een geschikt habitat:
Gevarieerd bouwplan
Een gevarieerd bouwplan bevordert een divers ecosysteem en zorgt voor meer variatie in de voedselbronnen voor spinnen, wat hun populaties ten goede komt.
Verminderen insecticiden inzet
Het beperken van insecticiden beschermt spinnen, aangezien deze middelen schadelijk zijn voor spinnen en hun prooidieren.
Natuurvriendelijke oever
Brede, beplante oevers bieden spinnen een veilige omgeving om te schuilen en zich voort te planten.
Heg, haag en struweel
Deze landschapselementen creëren beschutte leefruimtes en verbindingsroutes.
Houtsingel en houtwal
Houtsingels en houtwallen fungeren als schuilplaatsen en bieden een variatie aan microhabitats, wat de diversiteit van spinnen kan verhogen.
Meerjarige akkerrand
Akkerranden met vaste planten bieden voedsel en schuilplaatsen voor spinnen.
Keverbank
Een keverbank biedt een geschikt leefgebied en voedselaanbod voor spinnen.