Zadeneters
Zaadeters zijn afhankelijk van agrarische habitats voor voedsel, beschutting en bescherming, vooral in de winter.
Algemeen
Zaadeters zoals de patrijs, kneu, vink, keep, geelgors en ringmus zijn afhankelijk van agrarische habitats, waaronder akkers, voor voedsel, beschutting en bescherming, vooral in de winter.
Behoefte van zaadeters
De behoeften van zaadeters kunnen worden samengevat in vier belangrijke factoren: Voedsel, Veiligheid, Voortplanting en Verplaatsing. Deze “vier V’s” geven inzicht in wat deze soortgroep nodig heeft om te overleven en succesvol te zijn in het agrarische landschap.
Voedsel
Zaadeters foerageren voornamelijk op zaden uit bloemhoofden, aren of van de grond. Wilde kruiden zijn belangrijk voor het zaadaanbod. Zwarte, onbegroeide akkers in de winter beperken het voedselaanbod, omdat er dan geen zaaddragende kruiden beschikbaar zijn. Ook voortijdig omgeploegde groenbemesters verminderen de aanwezigheid van zaden.
Veiligheid
Dekking is essentieel voor zaadeters om te ontsnappen aan predatoren zoals roofvogels. Zonder voldoende schuilplaatsen zijn zaadeters kwetsbaar voor predatie.
Voortplanting
Zaadeters broeden vooral in vegetatie die voldoende schuilgelegenheid biedt.
Verplaatsing
Zaadeters komen deels uit de regio en deels uit Noord- en Oost-Europa, afhankelijk van winter- en voedselomstandigheden elders. Ze kunnen in de winter aanzienlijke afstanden afleggen op zoek naar voedsel.
Maatregelen
Om zaadeters te ondersteunen en hun leefomgeving te verbeteren, zijn specifieke maatregelen in akkerbouwgebieden nodig. Deze maatregelen richten zich op het creëren van een geschikt habitat.
Heg, haag en struweel
Heggen, hagen en struwelen bieden zaadeters nestgelegenheid en dekking tegen predatoren.
Houtsingel en houtwal
Houtsingels en houtwallen creëren verbindingen in het landschap en bieden beschutting en nestgelegenheid voor zaadeters.
Meerjarige akkerrand
Meerjarige akkerranden bieden een voedselbron doordat wilde kruiden en grassen zaden produceren.
Keverbank
Een keverbank is vaak beplant met zaaddragende planten die dienen als voedsel voor zaadeters.
Vogelgraan + stoppelland
Door vogelgraan te planten en akkers na de oogst als stoppelland te laten staan, blijft voedsel beschikbaar in de winter.
Vogelakker
Een vogelakker wordt ingezaaid met graan- en kruidengewassen die zaadeters van voedsel voorzien en hen dekking bieden in zowel zomer als winter.
Bloemblok
Een bloemblok is een belangrijke schuilplaats en voedselbron voor zaadeters
Wintervoedselakker
Een wintervoedselakker bestaat uit speciale gewassen die in de winter blijven staan en zaadeters voorzien van een stabiele bron van voedsel tijdens de koude maanden.